N-VA roept Brouns op onderhandelingen met asbestbedrijf Eternit verder te zetten

Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V) heeft nog niet beslist of hij de onderhandelingen met asbestproducent Eternit verderzet met het oog op het bekomen van extra geld voor de opkuis van de vervuilende stof in Vlaanderen. Dat blijkt uit een antwoord van Brouns aan Vlaams parlementslid Andy Pieters (N-VA), die verbaasd reageert: “Het Eternit-dossier links laten liggen mag geen optie zijn. Van een minister van Leefmilieu verwacht ik dat hij dossiers daadkrachtig in handen neemt, zéker als het gaat over het aanpakken van vervuilers. De opgestarte procedure en onderhandelingen met Eternit zo snel mogelijk verderzetten zou gezien de vele slachtoffers en de vervuilingskosten de evidentie zelve moeten zijn”. 

Volgens een raming van de OVAM is asbestbedrijf Eternit verantwoordelijk voor 65 procent van het in Vlaanderen geproduceerde en vandaag aanwezige asbestcement. In het geval van Eternit gaat het onder meer om buizen, platen, golfplaten en leien. In 2014 gooide het bedrijf het op een akkoord met toenmalig minister Joke Schauvliege (cd&v) waarin het zich engageerde tot de betaling van slechts 4,8 miljoen euro voor de verwijdering van asbestafval tussen 2014 en 2030. Het document bevat ook een afstand van verhaal ten aanzien van de Vlaamse overheid. 

De vorige minister, Zuhal Demir, en de OVAM grepen begin dit jaar de veroordeling van Eternit door de rechtbank van eerste aanleg van Brussel aan om een nieuwe procedure op te starten. Uit dat vonnis blijkt immers dat Eternit een opzettelijke fout beging bij het ontplooien van haar activiteiten, wat een blootstelling aan de schadelijke gevolgen van asbest impliceerde. De rechtbank haalt aan dat er binnen de wetenschappelijke wereld al in de jaren 60 consensus bestond over de van asbest. Eternit kan volgens de rechter dus niet beweren dat het hiervan niet op de hoogte was; iets wat het nochtans volhield tot 1997. 

Via een formele ingebrekestelling van het bedrijf wilde de Vlaamse regering een bijkomende bijdrage bekomen van het bedrijf voor de vergoeding voor het verwijderen van asbestcementen producten in en rondom gebouwen om deze op die manier asbestveilig te maken. Er volgde ook onderhandelingen en gesprekken met het bedrijf, die vanwege de verplichte lopende zaken voor de verkiezingen in juni tijdelijk opgeschort werden.

Nu Brouns intussen al enkele weken aangetreden is, is het hoog tijd om die onderhandelingen te hervatten. Toch laat de bevoegde minister in een schriftelijk antwoord aan Vlaams parlementslid Andy Pieters weten dat hij het dossier nog altijd bestudeert. Over verdere stappen is door hem nog niet beslist. Op de vraag of hij de intentie deelt van de vorige regering om bijkomende middelen te bekomen, antwoordt Brouns niet. Evenmin op de vraag of er concrete voorstellen van Eternit op tafel liggen.

Bij Vlaams parlementslid Andy Pieters, die het dossier kent vanuit zijn vorige rol als kabinetschef van Demir, wekt dat argwaan. Hij hoopt dat dit niet betekent dat Brouns het asbestbedrijf wil ontzien, zoals ook bij de dading in 2014 lijkt te zijn gebeurd.

“Eternit mag de dans niet blijven ontspringen. Het is tijd dat het bedrijf haar verantwoordelijkheid neemt voor haar historische vervuiling en de gevolgen daarvan. Het zou fundamenteel oneerlijk zijn om de kosten zonder pardon op de belastingbetaler af te wenden. Ik roep minister Brouns op het dossier daadkrachtig in handen te nemen en de onderhandelingen met Eternit zo snel mogelijk verder te zetten om zo ook de belastingbetaler te ontzien”, aldus Pieters.