Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Geen besparingen op budgetten Instituut voor Natuur en Bosonderzoek gepland, geen terugkeer hamstercoördinator
Kersvers Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V) is niet van plan te besparen op het wetenschappelijk onderzoek en monitoring door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO). Hij zal ook niet zorgen voor een reïncarnatie van de bekritiseerde ‘hamstercoördinator, die eerder onder Joke Schauvliege werd geïntroduceerd. Brouns handhaaft de hervorming van het soortenbeleid onder zijn voorganger dat afstand nam van specifieke en relatief ‘enge’ soortenbeschermingsprogramma’s om een biodiversiteitsbeleid te voeren dat voor alle bedreigde soorten op het platteland zinvol is, weg van de enge focus op een soort.
Het Vlaams regeerakkoord vermeldt de volgende zaken als het gaat over soortenbeleid: “Vlaanderen werkt verder aan een wetenschappelijk gestuurd soortenbeleid: een aanpak via leefgebiedenbenadering, zonder de specifieke noden van beschermde soorten uit het oog te verliezen en op grond van een oordeelkundige en globale impactbeoordeling. In de strijd tegen invasieve exoten zoals de Chinese wolhandkrab nemen elke sector en de Vlaamse overheid hun verantwoordelijkheid. We verzekeren een efficiënte kennisdeling en coördinatie van initiatieven rond soortenbeleid, exotenbestrijding en het samenleven met wilde dieren.”
Omdat veel staat of valt met het concrete beleid dat Brouns hiervoor uitstippelt, in samenwerking met INBO en ANB, ondervroeg Vlaams volksvertegenwoordiger Andy Pieters de bevoegde minister over zijn beoogde soortenbeleid.
Vooreerst garandeerde de minister op vraag van Pieters dat hij geen besparingen plant op het wetenschappelijk onderzoek en de monitoring bij het INBO. Hij bevestigde bovenal dat het soortenbeleid onder zijn voorganger wordt verdergezet.
De voorganger van minister Brouns, Zuhal Demir, had immers op het vlak van soortenbeleid al het geweer van schouder veranderd en de administraties heldere richtlijnen gegeven. Specifieke en relatief ‘enge’ soortenbeschermingsprogramma’s werden daarbij losgelaten om een biodiversiteitsbeleid te voeren “dat voor alle bedreigde soorten op het platteland zinvol is, weg van de enge focus op een soort”. Voor die nieuwe aanpak zou de minister ook bijvoorbeeld geen specifieke hamstercoördinator aanstellen, zoals dat eerder wel het geval was.
Brouns bevestigde dat hij gelooft in het belang van coördinatoren die gebiedsgericht zorgen voor het soortenbeleid en het overleg tussen actoren, maar wil die niet individueel per dier inzetten, maar gebiedsgericht voor zogenaamde ‘paraplusoorten’, zodat niet enkel fauna en flore, maar ook andere actoren in het gebied zoals landbouwers de vruchten kunnen plukken van het beleid.